|
|
| Abdijbier |
|---|
| Abdijbieren vonden hun oorsprong binnen de muren van een abdij. De produktie van deze bieren vindt tegenwoordig echter niet meer plaats in een abdij en mogen zich daarom geen “Trappist” noemen. Dit is voorbehouden aan de zes overgebleven echte Trappistenbrouwerijen. De abdijbieren zijn over het algemeen van “hoge” gisting en van het type ale, dubbel, tripel of gerstewijn. |
| Ale |
|---|
| Verzamelnaam voor in Engelse stijl gebrouwen amberkleurige bieren van “hoge” gisting. De smaak kan zeer uiteenlopend zijn van bitter, zoet en zurig tot fruitig. |
| Alt |
|---|
| Amberkleurige tot roodbruine bieren van “hoge” gisting, gebrouwen in oude Duitse stijl. Vrij zachte bieren met een licht moutige en licht hoppige smaak met een alcoholpercertage van ongeveer 5 %. Het bier heeft zijn oorsprong in de omgeving van de Duitse stad Düsseldorf. |
| Belgische Ale |
|---|
| Amberkleurig bier van “hoge” gisting, vergelijkbaar met de Engelse ale, maar wat kruidiger. Licht moutige smaak met een alcoholpercentage van ongeveer 5 %. Behoort tot de zgn. doordrinkbieren. Soms bitter van smaak. |
| Bockbier |
|---|
De term “Bok” of “Bock” is afgeleid van het Duitse plaatsje Einbeck, net onder Hannover. Het zijn robijnrode tot donkerbruine herfstbieren met een alcoholpercentage van ongeveer 6,5 %. De bieren hebben vaak een zoete, karamel of bittere, gebrande smaak. Zowel van “hoge” als “lage” gisting.
Voorbeelden: |
| Dortmunder |
|---|
Iets zwaarder en soms donkerder dan gewone pilseners, maar minder gehopt en een vollere, zachtere smaak. Alcohol percentage is 4,5 tot 6,5 %. Soms iets zoeter dan gewone pilseners. Dankt zijn naam aan de Duitse stad Dortmund waar de stijl oorspronkelijk vandaan komt.
Voorbeelden: |
| Dubbel |
|---|
Deze aanduiding wordt gebruikt voor (donker)bruine bieren van “hoge” gisting met een alcoholpercentage van ongeveer 7 %. De smaak is een combinatie van zoet en bitter.
Voorbeelden: |
| Duvel |
|---|
| De duvel is een zwaar blond Belgisch bier van “hoge” gisting. Het dankt zijn naam aan zijn verraderlijk sterk karakter en is meestal bitter van smaak. |
| Faro |
|---|
| Faro is een lambiek waaraan kandijsuiker is toegevoegd. Door deze toevoeging komt de vergisting weer op gang en wordt het wrange karakter van lambiek verzacht. Het bier wordt daarna gepasteuriseerd om vergisting van de suikers te voorkomen. Ook vesnijdingen van zoete bieren met lambiek worden faro genoemd. |
| Gerstewijn |
|---|
| De gerstewijnen zijn de zwaarste bieren en hebben bijna een wijnachtig (vineus) karakter. De kleur variëert van blond tot donkerbruin. Het zijn altijd bieren van “hoge” gisting. Alcoholpercentages vanaf 8 %. |
| Geuze |
|---|
| Geuze bestaat uit een subtiele mengeling (versnijding) van een oude uitvergiste lambiek welke zeker 3 jaar gerijpt is, en een jonge lambiek. De jonge lambiek bevat nog restsuikers waardoor de gisting wordt voortgezet en het koolzuurgehalte toeneemt. Hierdoor is gueuze niet zo zuur als lambiek met soms een zoetzure smaak. Het versneden bier moet nog enige maanden rijpen. |
| Kriek |
|---|
| Fruitbieren zijn vaak gebaseerd op geuze of lambiek. Ze vinden vrijwel allemaal hun oorsprong in België. Het meest bekende fruitbier is kriekenbier (“kriek” = kers). Door toevoeging van kersen of kersensap en gist aan uitvergiste geuze of lambiek wordt de vergisting weer op gang gebracht waarna een bier ontstaat met een duidelijke kersensmaak. Ook andere soorten fruit worden gebruikt om bier van te maken: aardbei, appel, banaan, druif, framboos, perzik, zwarte bessen. De smaak van deze bieren is zeer uiteenlopend. Het alcoholgehalte van de fruitbieren is ongeveer 5 %. |
| Lambiek |
|---|
| Lambiek (of Lambic) wordt in de Zennevallei in de nabije omgeving van Brussel gebrouwen. Het bier wordt gemaakt van mout met ongeveer eenderde deel tarwe. De gekookte wort wordt in grote open ondiepe kuipen op de zolders van de brouwerijen aan een uniek gistingsproces onderworpen: spontane gisting. De in de Zennevallei rondhangende gisten zorgen voor een natuurlijke enting en vergisting van het brouwsel. Na de gisting wordt het jonge bier één tot drie jaar gerijpt op eikenhout. Lambic heeft een opvallende wrange, zurige smaak en heeft vrijwel geen koolzuur en een laag alcoholgehalte. Hierdoor is het niet echt geliefd. Het wordt daarom vaak als basis voor andere bieren gebruikt zoals geuze, faro en diverse fruitbieren zoals kriekenbier. |
| Light Pilsener |
|---|
Pilsener met een laag alcoholgehalte van ongeveer 2,5 % en een neutrale, zachte smaak. Vaak gemaakt door alcohol te onttrekken aan het gebrouwen pilsener.
Voorbeelden: |
| Malt |
|---|
Alcoholarm of -vrij pilsener met een moutige smaak. Gemaakt door alcohol te onttrekken aan het gebrouwen pilsener.
Voorbeelden: |
| Meibok |
|---|
Voorjaarsbier van “hoge” of “lage” gisting. Blond tot amberkleuring, moutige volle smaak en een alcoholpercentage van ongeveer 6,5 %. Soms zoetig van smaak.
Voorbeelden: |
| Oud Bruin |
|---|
Donker gerstebier van “lage” gisting en een alcoholpercentage van 2 tot 3,5 %. Erg zoete en caramelachtige smaak door toevoeging van caramel. Soms bitter.
Voorbeelden: |
| Pilsener |
|---|
De pilsener is het meest bekende bier. Het heeft zijn oorsprong in het Tsjechische stadje Pilzen. In 1842 werd daar het eerste pilsener gebrouwen. Nu brouwt de Tsjechische brouwerij Pilsner Urquell nog steeds een nazaat van dit oorspronkelijke bier. Pilseners zijn gele tot goudgele bieren van “lage” gisting met een alcoholpercentage van ongeveer 5 % en een neutrale tot bittere smaak. Gebrouwen met zogenaamd “zacht” water, met andere woorden arm aan calcium- en magnesiumzouten. Deze bieren behoren tot de zogenaamde doordrinkbieren en worden over de gehele wereld gebrouwen. De onderstaande voorbeelden zijn daarom maar een fractie van het totale aanbod pilseners.
Voorbeelden: |
| Trappistenbier |
|---|
| Trappistenbier is een beschermde naam voor bier dat binnen de muren van een Trappistenabdij gebrouwen wordt. Enkel deze bieren die volgens de oude monastieke traditie in rust, in eenvoud, met eerbied en geduld worden gebrouwen, mogen “Trappist” genoemd worden naar de Cisterciënzer monniken die de regels naleven van La Trappe, een orde die opgericht werd in 1664 door Vader Abt de Rancé. |
| Tripel |
|---|
Tripel is een aanduiding voor blond tot amberkleurig bier van “hoge” gisting en een alcoholgehalte van ongeveer 8 %. De smaak is over het algemeen moutig, zoetig en bitter. Soms een vleugje fruitig.
Voorbeelden: |
| Witbier |
|---|
Witbier is een blond, troebel bier van “hoge” gisting en een alcoholpercentage van ongeveer 5 %. Deze bieren hebben een fris, licht wrang en licht zurig karakter. In witbier is een belangrijk (1/3) deel tarwe verwerkt. Daarnaast worden er in de Belgische soorten diverse kruiden (bijv. koriander) en schillen van citrusvruchten (bijv. curaçao sinaasappelschillen) verwerkt, hetgeen duidelijk in de smaak is terug te vinden. Witbier wordt vaak ongefiltreerd afgevuld en krijgen een tweede gisting op de fles. Er komen echter ook heldere, gefiltreerde witbieren voor aangeduid met “Kristal”.
Voorbeelden: |
|
Extra's